Complexe getallen worden omgeven door accolades, '{' en '}'.
Bijvoorbeeld: 'c * z * (1 - z)' kan worden geschreven als:
Het eerste getal is het reële deel, het tweede is het
imaginaire deel van het complexe getal.
De accolades mag u alleen weglaten als het imaginaire deel 0 is.
Het parameter-menu vereist enige uitleg:
Onderaan het scherm treft u een lijst aan met beschikbare toetsen
die van toepassing zijn op invoervelden en menu's. De toetsen
bovenin het scherm zijn alleen beschikbaar in het parameter-menu.
Elk item wordt hieronder in detail besproken:
- "Reële deel van c:"
- Het reëele deel van de parameter c
-
Van toepassing op:
,
,
.
- "Imaginaire deel van c:"
- Het imaginaire deel van de parameter c.
-
Van toepassing op:
,
,
.
- "Reële deel van z:"
- Het reëele deel van de parameter z.
-
Van toepassing op:
.
- Imaginaire deel van z:
- Het imaginaire deel van de parameter z.
-
Van toepassing op:
.
- "Min. reële comp. v. waarden:"
- Laagste x coordinaat.
-
Van toepassing op: Alle grafieken.
- "Max. reële comp. v. waarden:"
- Hoogste x coordinaat.
-
Van toepassing op: Alle grafieken.
- "Min. imaginaire comp. v. waarden:"
- Laagste y coordinaat.
-
Van toepassing op: Alle grafieken.
- "Max. imaginaire comp. v. waarden:"
- Hoogste y coordinaat.
-
Van toepassing op: Alle grafieken.
- "Ontsnappingswaarde:"
-
Ontsnappingswaarde / grenswaarde. Onder normale omstandigheden
wordt deze waarde automatisch berekend. Als u de waarde aanpast
zal een rode asterisk in beeld verschijnen die erop duidt dat u
nu zelf verantwoordelijk bent voor de waarde.
-
Van toepassing op: Alle grafieken.
- "Aantal stappen per iteratie:"
-
Dit is een wat misleidende term, want het gaat hier eigenlijk
om het aantal iteraties dat wordt doorlopen als u op
<Enter> drukt.
-
Van toepassing op:
.
- "Totaal aantal iteraties:"
-
Maximum aantal iteraties.
-
Van toepassing op:
,
.
- "Aantal overgeslagen iteraties:"
-
Het aantal iteraties dat niet wordt getekend.
-
Van toepassing op:
,
.
Onderstaande toetsen zijn van toepassing op het parameter menu:
<F3>: |
Stel de standaard coordinaten in voor het actieve diagram.
|
<F5>: |
Zet de ontsnappingswaarde terug naar de standaard waarde
(ze wordt opnieuw berekend en de rode asterisk
verdwijnt weer).
|
<Cursor Omhoog>: | Een item naar boven |
<Cursor Omlaag>: | Een item naar beneden |
<Cursor Links>: |
Verplaats de cursor 1 plaats naar links |
<Cursor Rechts>: |
Verplaats de cursor 1 plaats naar rechts |
<Esc>: | Naar het vorige menu |
<Delete>: |
Wis het teken onder de cursor |
<Backspace>: |
Wis het teken links van de cursor |
Met <Esc> kunt u terug naar het hoofd menu.
Punt
Bij deze 'figuur' verschijnt eerst onderstaand menu:
ENTER | Start selectie |
Muis bewegen | Punt selecteren |
ESCAPE | Naar centrale menu |
De positie van de muis is het beginpunt. Als u de muisaanwijzer
beweegt ziet u de waarde in de statusbalk onderin beeld. Klik
op de rechter muisknop als u een nieuwe selectie wilt starten.
Zodra u <Enter> indrukt, verschijnt er een kleine opgevulde
cirkel op de positie van de muisaanwijzer. Dit is de startwaarde.
De cirkel markeert ook het einde van het selectieproces. Met
<F1> krijgt u een venster te zien met daarin de beschikbare
toetsen:
ENTER | Itereer |
DELETE , <d> | Wis scherm |
R-knop | Nieuwe selectie |
ESCAPE | Naar centrale menu |
Met <Enter> sluit u het help-venster af en zet u het
iteratieproces voort, u kunt de muis bewegen zonder dat proces te
verstoren. Klik op de rechter muisknop om een nieuw punt te
selecteren.
Onderaan het scherm, in de statusbalk, ziet u de huidige
iteratiestap en waarde.
Lijnstuk
Bij deze figuur verschijnt eerst onderstaand help-venster (dat
ook van toepassing is op
en ).
ENTER | Itereer |
L-knop | Eerste/tweede punt |
R-knop | Nieuwe selectie |
ESCAPE | Naar centrale menu |
Beweeg de muisaanwijzer naar de positie van het eerste punt van
het lijnstuk. Houd vervolgens de linker muisknop ingedrukt terwijl
u de muisaanwijzer naar het tweede punt van de lijn verplaatst Nu
kunt u de muisknop loslaten. Begin- en eindpunt van de lijn kunt u
volgen in de statusbalk onderin beeld. Als u een nieuwe lijn wilt
definiëren kunt u op de rechter muisknop klikken.
Rechthoek
Om een rechthoek te tekenen beweegt u de muisaanwijzer naar de
positie waar u de linker bovenhoek van de rechthoek wilt, en
terwijl u de linker muisknop ingedrukt houdt beweegt u de
muisaanwijzer naar de rechter benedenhoek van de rechthoek. Zodra
u de muisknop loslaat is de rechthoek gedefiniëerd. Net als
bij de vorige figuur, kunt u de coordinaten in de statusbalk
volgen, en start u een nieuwe selectie door op de rechter muisknop
te klikken.
Cirkel
Om een cirkel te tekenen beweegt u de muisaanwijzer naar de
positie van het middelpunt. Terwijl u de linkermuisknop ingedrukt
houdt bepaalt u de grootte van de cirkel door de muisaanwijzer van
het middelpunt af te bewegen. Als u de muisknop loslaat is de
cirkel gedefinieerd. Middelpunt en straal kunt u volgen in de
statusbalk onderin beeld. De rechter muisknop dient, net als bij de
voorgaande figuren, voor het opnieuw definieren.
Met <Enter> start u de iteratie, de selectie van een
beginfiguur wordt hierdoor beëindigd. Met <F1> kunt u
het help scherm oproepen:
ENTER | Itereer |
DELETE , <d> | Wis scherm |
R-knop | Nieuwe selectie |
ESCAPE | Naar centrale menu |
In het vorige blok over de
is ingegaan op het definiëren van een beginfiguur. Hier
beperk ik me daarom tot het iteratie-proces dat enigzins verschilt
bij de
,
Punt
<F1> laat zien welke toetsen beschikbaar zijn:
+ | Pos. wortel |
- | Neg. wortel |
ENTER | Willekeurige wortel |
DELETE , <d> | Wis scherm |
R-button | Nieuwe selectie |
ESCAPE | Naar centrale menu |
Lijnstuk, Rechthoek en Cirkel
<F1> laat zien welke toetsen beschikbaar zijn:
= | Beide wortels |
+ | Pos. wortel |
- | Neg. wortel |
ENTER | Willekeurige wortel |
DELETE , <d> | Wis scherm |
R-knop | Nieuwe selectie |
ESCAPE | Naar centrale menu |
De statusbalk laat geen iteratiestappen en waarden zien voor deze
begin-figuren.